Rico Baby 35 – model 3
Correct:
[…]
Hoofdpand
[…]
Op dezelfde manier in de volgende en in elke volgende 6de ronde in totaal 4 5x4 (5 6x4 – 6 7x4 – 7 8x4) st meerderen = 144 (156 – 168 – 180) st.
1 ronde zonder meerderingen br.
Kruisje
Volgende ronde: 3 (4 – 4 – 5) st afk., 65 (69 – 75 – 79) st re, keren = 66 (70 – 76 – 80) st. In toeren verder br.
Volgende toer: patroonsgewijs br.
[…]
Lovewool No. 16 – model 31
Rico Baby 37 – model 3
Correct:
rugpand
In basispatroon verder br. Eerst over de st van de
rechter broekspijp br., (hierbij aan de kant met de
meerderingen eindigen), dan 5 st voor het kruis
nieuw opzetten, en de st van de linker broekspijp
op de hulpnaald br., (hierbij aan de kant met de
meerderingen beginnen) = 73 (79 – 83 – 89) st.
In basispatroon recht verder br.
Voor de mouwen, op een totale hoogte van
33 34 (35 36 – 37 38 – 42 43) cm aan weerskanten in elke
2de toer in totaal 2×4 (2×5 – 2×7 – 2×7) st
meerderen, de laatste toer aan weerskanten
markeren = 89 (99 – 111 – 117) st.
Recht verder br.***
Voor de achterste opening, op een totale
hoogte van 40 (43 – 45 – 51) cm de middelste st
op een hulpnaald (speld) in ruststand zetten, en
vervolgens de twee zijden apart afwerken.
2 (2 – 3 – 3) cm recht verder br.
Voor de schoudervorming, op een hoogte van
42 (45 – 48 47 – 54 53) cm aan de schouderkant in de
volgende en in elke volgende 2de toer in totaal
3×9 (3×10 – 3×11 – 3×11) 1×7 en 3×9 (1×8 en 3×10, 1×9 en 3×11, 4×11) st afk. De resterende
10 (11 – 13 – 14) st op een hulpnaald in ruststand
zetten.
De tweede zijde tegengesteld afwerken.
Voorpand
Tot *** zoals het rugpand afwerken.
Voor de hals, op een totale hoogte van
38 (41 – 44 – 49) cm de middelste
9 (11 – 15 – 17) st op een hulpnaald in
ruststand zetten, en vervolgens de twee zijden
apart afwerken. Voor de halsvorming, aan de
halskant in elke toer in totaal 6×1 afk. Op een
totale hoogte van 42 (45 – 48 – 54) cm de
schoudervorming zoals het rugpand afwerken.
De tweede zijde tegengesteld afwerken.
Wonderball Special – model 8
Rico Baby 35 – model 9
Correct:
Rechter voorpand
Naar de in ruststand gezette st op de hulp-naald terug keren, en de draad weer met het werkstuk verbinden. Met naalden 4 mm 1 st extra opzetten, over de laatste 16 (17 – 18 –
19 – 20) st patroonsgewijs br., keren, en de toer patroonsgewijs eindigen
= 17 (18 – 19 – 20 – 21) st.
Voor de raglanvorming, in de volgende en in elke volgende 2de toer in totaal 5×1 (6×1 –
7×1 – 8×1 – 9×1) st overgehaald meerderen. In de volgende heentoer 2 (2 – 2 – 3 –3) st extra opzetten. 1 toer recht verder br., en de 24 (27 26 – 28 – 30 31 – 33) st op een hulpnaald in ruststand zetten.
Linker voorpand
De 16 (17 – 18 – 19 – 20) st voor het linker voorpand op de hulpnaald patroonsgewijs br., keren, 1 st extra opzetten, en de toer patroonsgewijs
eindigen = 17 (18 – 19 – 20 – 21) st.
De raglanvorming zoals het rechter voorpand br., maar tegengesteld. Aan het begin van de laatste terugtoer 2 (2 – 2 – 3 – 3) st extra opzetten = 24 (27 26 – 28 – 30 31 – 33) st.
Hoofddeel
Dan over alle st van de voorpanden en van het rugpand in de volgende volgorde br.: de
24 (27 26 – 28 – 30 31 – 33) st van het linker voorpand, de 50 (55 – 58 – 63 – 68) st van het rugpand en de 24 (27 26 – 28 – 30 31 – 33) st van het rechter voorpand = 98 (108 107 – 114 – 124 125 –
134) st. Nog 14 (15,5 – 17 – 19 – 21,5) cm patroonsgewijs verder br. Hierbij in het midden van de laatste toer 1 (0 – 1 – 0 – 1) st meerderen
= 99 (109 107 – 115 – 125 – 135) st. Met naalden 3 mm nog 8 toeren in boordpatroon br. Alle st patroonsgewijs afk.
Baby Merino No. 2 – model 11
Ricorumi Fresh Friends – Paddenstoeltje
Correct:
P A D D E N S T O E L T J E
DE STEEL VAN HET PADDENSTOELTJE
Van beneden naar boven haken.
1e ronde: in beige 8 vasten in een magische ring
haken, vervolgens in rondes haken = 8 st.
2de ronde: elke st dupliceren, d.w.z. 2 vasten in elke
st van de voorafgaande ronde haken = 16 st.
3de ronde: elke 2de st dupliceren = 24 st.
4de ronde: elke 3de st dupliceren = 32 st.
5de ronde: elke 4de st dupliceren = 40 st.
6de ronde: elke 5de st dupliceren = 48 st.
7de ronde: elke 8e st dupliceren = 54 st.
8e ronde: elke 9de st dupliceren = 60 st.
9de t/m 13de ronde: vasten haken.
14de ronde: elke 9de en 10de st samen haken = 54 st.
15de t/m 17de ronde: vasten haken.
18de ronde: elke 8e en 9de st samen haken = 48 st.
19de t/m 21de ronde: vasten haken.
22de ronde: elke 7de en 8e st samen haken = 42 st.
23de t/m 25de ronde: vasten haken.
26de ronde: alleen in het voorste gedeelte van de st
steken, en elke st dupliceren = 84 st.
27de t/m 28de ronde: vasten haken.
De draad afknippen, door de laatste st rijgen en
wegnaaien. De ogen tussen de 15de en 16de ronde
fixeren, met een afstand van elkaar van circa 10 st.
De steel met polyesterwatten vullen.
Baby Merino No. 1 – model 09
Correct:
Rugpand
In kleur A 77 (83 – 91 – 99) st opzetten, en 3 (3 – 3,5
– 4) cm in boordpatroon br. In de volgende terugtoer
av st br., en gelijkmatig verdeeld 8 (8 – 10 – 10) st
minderen = 69 (75 – 81 – 89) st.
In basispatroon verder br. Na 4 (4 – 6 – 6) toeren met
naalden 4 mm in basispatroon volgens telschrift intarsiepatroon
1 br. Hierbij de draden, voor de kleurenwissel,
op de achterkant kruiselings leggen (om
gaatjes te voorkomen). In de 4de toer met naalden
3,5 mm en kleur A verder br. Met naalden 4 mm op
een hoogte van 11 (14 – 17 – 22) cm in basispatroon
volgens telschrift intarsiepatroon 2 verder br. Na deze
4 toeren van het telschrift, op een hoogte van circa
12 (15 – 18 – 23) cm, volgens telschrift intarsiepatroon
4 3 verder br., en voor de armsgaten, aan weerskanten
1×4 st afk. = 61 (67 – 73 – 81) st.
Voor de raglanvorming, aan weerskanten in de
volgende en in elke volgende toer in totaal 5×1 (5×1 –
5×1 – 9×1) st en in elke volgende 2de toer (heentoer)
in totaal 14×1 (15×1 – 17×1 – 16×1) st afk. Tegelijk na
deze 24 toeren van het Intarsiepatroon 3 weer met
naalden 3,5 mm in kleur A verder br.** Op een hoogte
van circa 19 (22 – 26 – 31,5) cm, als nog 35 (41 – 43 –
45) st op de naald zitten, voor de achterste opening,
de middelste st op een hulpnaald in ruststand zetten,
en vervolgens de twee zijden apart afwerken.
Mouwen
Met naalden 3,5 mm in kleur A 41 (41 – 43 – 45) opzetten,
en 3 (3 – 3,5 – 4) cm in boordpatroon br. In de
volgende terugtoer av st br., en gelijkmatig verdeeld
2 st meerderen = 43 (43 – 45 – 47) st.
In basispatroon verder br., en voor de mouwvorming,
aan weerskanten in de 3de (3de – 5de – 5de) toer
en in elke volgende 6de toer in totaal 5×1 (7×1 – 8×1
– 10×1) st meerderen = 53 (57 – 61 – 67) st. Tegelijk
met naalden 4 mm in de 5de t/m 8e (5de – 8e – 7de
– 9de – 7de – 9de) toer volgens telschrift intarsiepatroon
1 br., dan met naalden 3,5 mm en kleur A
verder br.
Op een hoogte van 14 (16 – 19 – 23) cm met naalden
4 mm 4 toeren volgens telschrift intarsiepatroon 2 br.
In de volgende toer, op een hoogte van circa 15 (17 –
20 – 24) cm volgens telschrift intarsiepatroon 3 verder
br. Voor de mouwkop 1×4 st afk. Vervolgens voor de
raglanvorming, aan weerskanten in de volgende en
in elke volgende toer in totaal 1×1 (3×1 – 1×1 – 3×1) st
en in elke volgende 2de toer (heentoer) in totaal 16×1
(16×1 – 19×1 – 19×1) st afk. Tegelijk na deze 24 toeren
van intarsiepatroon 4 weer met naalden 3,5 mm in
kleur A verder br. De resterende 11 (11 – 13 – 15) st
op een hulpnaald in ruststand zetten.
De tweede mouw evenzo afwerken.