Correct:
Mouwen
Met naalden 4 mm 47 (51) st opzetten, en 8 cm in boord¬patroon br.
In de volgende terugtoer gelijkmatig in totaal 22 (25) st meerderen = 69 (76) st.
Met naalden 5 mm 5 cm in gerstekorrelpatroon verder br., en voor de raglanvorming, in de 5de en in elke volgende 4de toer in totaal 9×1 (10×1) st en in elke volgende 2de toer in totaal 6×1 (8×1) st meerderen.
De gemeerderde st patroonsgewijs invoegen. Recht verder br. = 93 (112) st.
Op een hoogte van 24 (23) cm, voor de raglanvorming, de laatste toer aan weerskanten markeren en in de volgende en in elke volgende 4de toer in totaal
32×1 (32×1) st en in elke volgende toer in totaal
8×1 (12×1) st afk. De resterende 13 (17) st op een hulp¬naald in ruststand zetten.
De tweede mouw evenzo afwerken.