Rico Baby 37 – model 3

Correct:

rugpand

In basispatroon verder br. Eerst over de st van de

rechter broekspijp br., (hierbij aan de kant met de

meerderingen eindigen), dan 5 st voor het kruis

nieuw opzetten, en de st van de linker broekspijp

op de hulpnaald br., (hierbij aan de kant met de

meerderingen beginnen) = 73 (79 – 83 – 89) st.

In basispatroon recht verder br.

Voor de mouwen, op een totale hoogte van

33 34 (35 36 – 37 38 – 42 43) cm aan weerskanten in elke

2de toer in totaal 2×4 (2×5 – 2×7 – 2×7) st

meerderen, de laatste toer aan weerskanten

markeren = 89 (99 – 111 – 117) st.

Recht verder br.***

Voor de achterste opening, op een totale

hoogte van 40 (43 – 45 – 51) cm de middelste st

op een hulpnaald (speld) in ruststand zetten, en

vervolgens de twee zijden apart afwerken.

2 (2 – 3 – 3) cm recht verder br.

Voor de schoudervorming, op een hoogte van

42 (45 – 48 47 – 54 53) cm aan de schouderkant in de

volgende en in elke volgende 2de toer in totaal

3×9 (3×10 – 3×11 – 3×11) 1×7 en 3×9 (1×8 en 3×10, 1×9 en 3×11, 4×11) st afk. De resterende

10 (11 – 13 – 14) st op een hulpnaald in ruststand

zetten.

De tweede zijde tegengesteld afwerken.

Voorpand

Tot *** zoals het rugpand afwerken.

Voor de hals, op een totale hoogte van

38 (41 – 44 – 49) cm de middelste

9 (11 – 15 – 17) st op een hulpnaald in

ruststand zetten, en vervolgens de twee zijden

apart afwerken. Voor de halsvorming, aan de

halskant in elke toer in totaal 6×1 afk. Op een

totale hoogte van 42 (45 – 48 – 54) cm de

schoudervorming zoals het rugpand afwerken.

De tweede zijde tegengesteld afwerken.

Rico Baby 35 – model 9

Correct:

Rechter voorpand

Naar de in ruststand gezette st op de hulp-naald terug keren, en de draad weer met het werkstuk verbinden. Met naalden 4 mm 1 st extra opzetten, over de laatste 16 (17 – 18 –

19 – 20) st patroonsgewijs br., keren, en de toer patroonsgewijs eindigen

= 17 (18 – 19 – 20 – 21) st.

Voor de raglanvorming, in de volgende en in elke volgende 2de toer in totaal 5×1 (6×1 –

7×1 – 8×1 – 9×1) st overgehaald meerderen. In de volgende heentoer 2 (2 – 2 – 3 –3) st extra opzetten. 1 toer recht verder br., en de 24 (27 26 – 28 – 30 31 – 33) st op een hulpnaald in ruststand zetten.

 

Linker voorpand

De 16 (17 – 18 – 19 – 20) st voor het linker voorpand op de hulpnaald patroonsgewijs br., keren, 1 st extra opzetten, en de toer patroons­gewijs

eindigen = 17 (18 – 19 – 20 – 21) st.

De raglanvorming zoals het rechter voorpand br., maar tegengesteld. Aan het begin van de laatste terugtoer 2 (2 – 2 – 3 – 3) st extra opzet­ten = 24 (27 26 – 28 – 30 31 – 33) st.

 

Hoofddeel

Dan over alle st van de voorpanden en van het rugpand in de volgende volgorde br.: de

24 (27 26 – 28 – 30 31 – 33) st van het linker voor­pand, de 50 (55 – 58 – 63 – 68) st van het rugpand en de 24 (27 26 – 28 – 30 31 – 33) st van het rechter voorpand = 98 (108 107 – 114 – 124 125

134) st. Nog 14 (15,5 – 17 – 19 – 21,5) cm patroonsgewijs verder br. Hierbij in het midden van de laatste toer 1 (0 – 1 – 0 – 1) st meerderen

= 99 (109 107 – 115 – 125 – 135) st. Met naalden 3 mm nog 8 toeren in boordpatroon br. Alle st patroonsgewijs afk.

 

Baby Merino No. 1 – model 09

Correct:

Rugpand

In kleur A 77 (83 – 91 – 99) st opzetten, en 3 (3 – 3,5

– 4) cm in boordpatroon br. In de volgende terugtoer

av st br., en gelijkmatig verdeeld 8 (8 – 10 – 10) st

minderen = 69 (75 – 81 – 89) st.

In basispatroon verder br. Na 4 (4 – 6 – 6) toeren met

naalden 4 mm in basispatroon volgens telschrift intarsiepatroon

1 br. Hierbij de draden, voor de kleurenwissel,

op de achterkant kruiselings leggen (om

gaatjes te voorkomen). In de 4de toer met naalden

3,5 mm en kleur A verder br. Met naalden 4 mm op

een hoogte van 11 (14 – 17 – 22) cm in basispatroon

volgens telschrift intarsiepatroon 2 verder br. Na deze

4 toeren van het telschrift, op een hoogte van circa

12 (15 – 18 – 23) cm, volgens telschrift intarsiepatroon

3 4 verder br., en voor de armsgaten, aan weerskanten

1×4 st afk. = 61 (67 – 73 – 81) st.

Voor de raglanvorming, aan weerskanten in de

volgende en in elke volgende toer in totaal 5×1 (5×1 –

5×1 – 9×1) st en in elke volgende 2de toer (heentoer)

in totaal 14×1 (15×1 – 17×1 – 16×1) st afk. Tegelijk na

deze 24 toeren van het Intarsiepatroon 3 4 weer met

naalden 3,5 mm in kleur A verder br.** Op een hoogte

van circa 19 (22 – 26 – 31,5) cm, als nog 35 (41 – 43 –

45) st op de naald zitten, voor de achterste opening,

de middelste st op een hulpnaald in ruststand zetten,

en vervolgens de twee zijden apart afwerken.

Op een hoogte van circa 22,5 (26 – 30 – 35,5) cm de

resterende 11 (13 – 14 – 15) st op een hulpnaald in

ruststand zetten. De tweede zijde evenzo afwerken,

maar tegengesteld.

 

Mouwen

Met naalden 3,5 mm in kleur A 41 (41 – 43 – 45) opzetten,

en 3 (3 – 3,5 – 4) cm in boordpatroon br. In de

volgende terugtoer av st br., en gelijkmatig verdeeld

2 st meerderen = 43 (43 – 45 – 47) st.

In basispatroon verder br., en voor de mouwvorming,

aan weerskanten in de 3de (3de – 5de – 5de) toer

en in elke volgende 6de toer in totaal 5×1 (7×1 – 8×1

– 10×1) st meerderen = 53 (57 – 61 – 67) st. Tegelijk

met naalden 4 mm in de 5de t/m 8e (5de – 8e – 7de

– 9de – 7de – 9de) toer volgens telschrift intarsiepatroon

1 br., dan met naalden 3,5 mm en kleur A

verder br.

Op een hoogte van 14 (16 – 19 – 23) cm met naalden

4 mm 4 toeren volgens telschrift intarsiepatroon 2 br.

In de volgende toer, op een hoogte van circa 15 (17 –

20 – 24) cm volgens telschrift intarsiepatroon verder

br. Voor de mouwkop 1×4 st afk. Vervolgens voor de

raglanvorming, aan weerskanten in de volgende en

in elke volgende toer in totaal 1×1 (3×1 – 1×1 – 3×1) st

en in elke volgende 2de toer (heentoer) in totaal 16×1

(16×1 – 19×1 – 19×1) st afk. Tegelijk na deze 24 toeren

van intarsiepatroon 4 weer met naalden 3,5 mm in

kleur A verder br. De resterende 11 (11 – 13 – 15) st

op een hulpnaald in ruststand zetten.

De tweede mouw evenzo afwerken.

 

 

Baby Merino 01 – model 10 and 11

Correct:

Mouwen
41 (43 – 45 – 47 – 49) st losjes opzetten, en 2 (2 – 2,5
– 2,5 – 2,5) cm in boordpatroon br. In de volgende
terugtoer av st br., en gelijkmatig verdeeld 2 (6 – 6 – 8
– 10) st meerderen = 43 (49 – 51 – 55 – 59) st.
In basispatroon verder br. Hierbij met de 3de st van
het telschrift beginnen, de rapport 4x 5x br., en met de
21de st van het telschrift eindigen (met de 4de st van
het telschrift beginnen, de rapport 5x 6x br., en met de
20de st van het telschrift eindigen – met de 3de st
van het telschrift beginnen, de rapport 5x 6x br., en met
de 21de st van het telschrift eindigen – met de 1e st
van het telschrift beginnen, de rapport 6x br. – met
de 3de st van het telschrift beginnen, de rapport 6x 5x
br., en met de 21de st van het telschrift eindigen).

Baby Merino 01 – model 13

Correct:

Mouwen
35 (37 – 37 – 39 – 43) st opzetten, en 6 toeren in
ribbelpatroon rechts br.
In basispatroon verder br. Hierbij telkens met 3 st
re (2 st re – 1 st av – 1 st re – 3 st re) beginnen en
eindigen. Voor de mouwvorming, aan weerskanten in
de 5de en in elke volgende 4de toer in totaal 6×1 (6×1
– 9×1 – 10×1 – 6×1) st en in elke volgende 6de toer in
totaal 1×1 (3×1 – 2×1 – 3×1 – 8×1) st meerderen
= 49 (55 – 59 – 65 – 71) st.
Recht verder br. Op een hoogte van 12 (15 – 17 – 20
– 24) cm, voor de mouwkop, aan weerskanten in de
volgende en in elke volgende toer in totaal 4×1 (4×1
– 4×1 – 7×1 – 7×1) st en in elke volgende toer in totaal
2×8 (2×9 – 2×10 – 2×10 – 2×11) st afk.
= 9 (11 – 11 – 11 – 13) st.
Alle st patroonsgewijs afk.

[…]

Linker voorpaand
26 (30 – 33 – 36 – 40) st opzetten, en 6 toeren in
Ribbelpatroon rechts br.
In basispatroon verder br. Hierbij met 3 (3 – 2 – 1 – 1) st
re beginnen en met 1 st av, 2 st re eindigen.
Op een hoogte van 6 (9 – 12 – 15 – 20) cm de armsgaten
Zoals het rugpand afwerken.
Op een hoogte van 11 (14 – 18 – 21 – 26) cm, voor de
hals, in de volgende terugtoer de eerste 4 (5 – 6 – 7 –
7) st afk. In elke volgende tour, voor de halsvorming,
aan de halskant in totaal 3×1 st en in elke volgende
2de toer in totaal 2×1 (2×1 – 3×1 – 3×1 – 4×1) st afk.
= 13 (16 – 17 – 18 – 21) st.
Op een hoogte van 16 (20 – 24 – 28 – 34) cm de
schoudervorming zoals het rugpand afwerken

 

 

Baby Merino No. 1 – model 20

Correct:

Pagina 35:

Het raglan-wikkeljack overtuigt met een gebloemd gaatjespatroon. De doorlopende
knoopsluiting aan de zijkant maakt het aan- en uittrekken gemakkelijk.
De bijpassende muts met praktische strikband, de mouwen van
het jasje worden volledig in ribbelsteek gebreid.

Baby Merino No. 1 – model 5

Correct:

[…]

Mouwen

41 (43 – 45 – 49 – 51) st opzetten, en 2 (2 – 2,5 – 2,5– 2,5) cm in boordpatroon br.
In de volgende terugtoer av st br., en gelijkmatig verdeeld 21 (23 – 27 – 31 – 33) st toevoegen = 62 (66 – 72 – 80 – 84) st.
Dan de st br. zoals volgt: 1 (3 – 6 – 1 – 3) st tricotsteek averechts, 60 (60 – 60 – 78 – 78) st in basispatroon, 1 (3 – 6 – 1 – 3) st tricotsteek averechts. Op deze manier recht verder br.
Brei verder in deze verdeling tot een totale hoogte van 12 (15 – 17 – 20 – 24) cm. Zet alle st af volgens het patroon.
Alle st patroonsgewijs afk.

[…]